Kalfskoteletten in marsalasaus

1. Verwijder eventueel het bot van de koteletten. Leg een kotelettussen het folie. Sla het lapje vlees met het zijvlak van het hakmes of met het plankje wat platter.

2. Bestrooi het vlees met peper, zout en basilicum naar smaak. Wentel de koteletten door de bloem en schud de overtollige bloem weer van het vlees af.

3. Laat de olie in de koekepan goed warm worden. Schroei het vlees eerst aan beide zijden even dicht. Bak dan een zijde verder mooi van kleur.

4. Voeg tijdens het bakken telkens een klein stukje van de margarine toe. Keer het vlees en laat ook de andere zijde van de koteletten, onder af en toe toevoegen van wat margarine, kleuren.

5. Temper de warmtebron en schenk de wijn langzaam langs de wand in de pan.

6. Giet de bouillon in de pan en breng de jus opnieuw aan de kook. Temper de warmtebron en sluit de pan.

7. Roer van het aardappelmeel en 3 eetlepels koud water een papje.

8. Controleer of het vlees gaar is en neem het uit de pan. Houd het warm. Neem de pan met de jus van het fornuis. Giet, onder voortdurend roeren, het papje bij de jus.

9. Breng de jus opnieuw aan de kook. Temper de warmtebron direkt als de saus kookt en bindt.

10. Proef de saus en maak deze op smaak af met peper, zout, wat basilicum en worcestersaus.

11. Doe het vlees terug in de pan en laat de koteletten nog 3-5 minuten stoven tot het vlees helemaal warm en gaar is.

12. Leg het vlees dakpansgewijs op de serveerschaal en schep er een kwart van de saus over.

13. Serveer de rest van de saus in een met kokend water omgespoelde of voorverwarmde sauskom.