1. Maak van de bloem een berg op je aanrecht en maak in het midden van je bloem een grote kuil, zodat je een soort dijk rondom krijgt.
2. Strooi het zout langs de buitenrand van je dijk en giet het water in de kuil en daarbij de gist en de boter.
3. Begin met het mengen van het water met de boter en de gist en haal er langs de binnenrand van de dijk telkens een beetje bloem bij.
4. Voorzichtig dat je de dijk niet doorbreekt, want dan krijg je overstroming! Ga door totdat alles bij elkaar gemengd is. Als je dit gedeelte in een kom hebt gedaan, moet je het deeg nu wel echt op het aanrecht leggen.
5. Nu moet je namelijk het deeg goed kneden voor ongeveer 10 minuten. Het moet soepel en veerkrachtig aanvoelen. Leg het deeg in een kom die lichtjes met olie is ingestreken.
6. Dek het af met folie of een theedoek en laat het voor minstens een uur rijzen, of zelfs twee of drie uur.
7. Bestrooi je aanrecht lichtjes met bloem en rol het gerezen deeg uit tot een rechthoek.
8. Verkruimel de kaas over het deeg en strooi de walnoten erover.
9. Rol het deeg nu over de lengte op zodat je een lange worst krijgt.
10. Snijd het in stukjes van 3 cm en leg deze stukken met de snijkant naar beneden op de bakplaat.
11. Bedek de broodjes nu weer voorzichtig met folie of een theedoek en laat het nog eens een half uur rijzen.
12. Verwarm ondertussen de oven voor op 220 graden.
13. Druk 2 stukjes peer in ieder broodje, bestuif ze met bloem en bak ze voor 15-20 minuten. Ze zijn het lekkerste warm en perfect bij een kom soep.
Beoordeel het recept:
Bron: Ikbakerietsvan
Door: ReceptenVandaag