1. Maak het koekjesdeeg volgens recept. Verdeel het deeg in drie delen, voeg twee van deze delen weer samen. Nu heb je een grote en een kleine bal deeg. De kleine bal deeg kleur je groen, de grote oranje. Wikkel de ballen deeg in keukenfolie en laat minimaal een uur rusten in de koelkast. Het deeg moet koel en stevig zijn, maar niet zo hard dat het niet meer uit te rollen is.
2. Bestuif je werkblad met bloem en rol het oranje deeg uit tot ongeveer een halve centimeter dikte. Steek met je uitsteker wortels uit. Snij het bovenste stukje (wat groen moet worden) van het deeg af en leg de koekjes op de bakplaat.
3. Rol nu het groene deeg uit, even dik als je het oranje deeg hebt uitgerold. Uit het groene deeg heb je alleen de bovenkant van de wortels nodig. Snij het wortelgedeelte van het deeg en leg het groene deeg tegen het oranje deeg aan op de bakplaat. Je hoeft dit niet stevig aan te duwen. Eenmaal in de oven smelten de delen vanzelf aan elkaar vast.
4. Je koekjes lijken nu al behoorlijk op wortels, maar we kunnen ze natuurlijk net dat beetje extra geven. Daarvoor heb je de cocktailprikker nodig. Hiermee maak je de groeven zoals op de foto door als het ware een afdruk van de prikker in het deeg te duwen. Doe dit in het oranje deeg, maar ook in het groene deeg.
5. Belangrijk bij deze koekjes is dat het deeg niet te zacht is wanneer ze de oven in gaan. Dan behoudt het zijn vorm in de oven niet namelijk. Het is dus ideaal als je een kleine bakplaat hebt die in de koelkast past, dan kun je ze na het maken nog even laten koelen. Lukt dat niet? Dan zul je redelijk vlot moeten werken (of een snijplank gebruiken waar je het bakpapier met de koekjes op legt, beetje naar elkaar toeschuiven om het passend te maken).
6. Bak de koekjes in 12 minuten af op 180 graden. Laat de koekjes op de plaat afkoelen.
Beoordeel het recept:
Bron: Lauras Bakery
Door: ReceptenVandaag