Bretonse mosselen

1. Was de mosselen. Mosselen die drijven, kapot zijn of open blijven staan gooit u weg. Pel en snipper de sjalotten. Breng de wijn met de sjalotten en de mosselkruiden, in een ruime pan, aan de kook. Voeg de goed uitgelekte mosselen toe en schep ze om. Kook de mosselen met de deksel op de pan totdat ze open zijn. Neem ze uit de pan en houd ze warm. Voeg de helft van de creme fraîche toe en laat het kookvocht op een hoog vuur inkoken tot een lichtgebonden saus.
2. Zeef de saus boven een kleine pan. Klop de rest van de creme fraîche met de dooiers door elkaar en schenk het al roerend bij de saus. Verwarm de saus al roerend op een laag vuur tot een gladde, romige saus. De saus mag beslist niet koken anders gaat hij schiften! Breng de saus op smaak met peper en zout en roer de peterselie erdoor.
3. Verdeel de mosselen over 4 borden en schenk de saus erover. Serveer direct. Lekker met stokbrood of frietjes en een groene salade.