Labnehtaart

1. Verwarm de oven voor op 180°C. Vet een vorm (met losse bodem) van 24 cm in met boter.

2. Meng de boter, suiker, het vanille-extract en het zout in een kom. Voeg de bloem toe en kneed tot een geheel. Duw het deeg in de taartbodem en verdeel gelijkmatig over de bodem. Dit kan even wat tijd kosten, want je hebt net genoeg deeg. Prik met een vork drie keer in de bodem.

3. Bak de bodem 20 – 25 minuten of totdat hij goudbruin is.

4. Maak ondertussen de vulling. Het is belangrijk dat je de ingredienten in deze volgorde mengt, dus volg deze stappen nauwgezet. Halveer het vanillestokje en schraap de zaadjes eruit (gebruik het vanillestokje bijvoorbeeld voor vanille-extract). Meng de zaadjes met de eieren, de suiker en het zout in een kom. Klop met een garde door elkaar (niet te hard). Voeg nu de labneh toe en klop door elkaar.

5. Haal de bodem uit de oven. Klop het eigeel los met wat zout en bestrijk de bodem met het mengsel. Zet de bodem nog 1 – 2 minuten in de oven, of totdat het eigeel gestold is. Dit zorgt ervoor dat de bodem knapperig blijft.

6. Draai de temperatuur naar 150°C.

7. Giet de vulling op de hete bodem. Verspreid gelijkmatig over de bodem met een spatel.

8. Bak de taart nog 15 – 20 minuten in de oven. De randen moeten stevig zijn, maar in het midden lijkt het op erg zachte gelei. Zorg dat je de taart niet te lang bakt, dan wordt de vulling korrelig.

9. Laat de taart helemaal afkoelen in de vorm op een rooster. Haal uit de vorm en snij in punten. Bewaar de taart in de koelkast.