In de recept lijst hieronder vindt u allerhande lekkere nootmuskaat recepten om te koken, bakken of braden. Bereid makkelijk uw gezond nootmuskaat gerecht of snel een nootmuskaat maaltijd om te eten of drinken met een onderstaand nootmuskaat recept:
Nootmuskaat is een specerij afkomstig van de muskaatboom (Myristica fragrans), die in regenrijke tropische kustgebieden gekweekt wordt. De muskaatnoot is ovaal van vorm en ongeveer twee en een halve centimeter lang. De muskaatnoot is zeer hard: in de keuken wordt de muskaatnoot daarom alleen in geraspte vorm (nootmuskaat) gebruikt. Het woord nootmuskaat is een verbastering van het Latijnse "nuces moschatae", hetgeen "naar muskus ruikende noten" betekent.
Toepassing
Nootmuskaat wordt in de traditionele Nederlandse keuken gestrooid over gekookte sperziebonen, bloemkool, spruitjes, spinazie of asperges. Men past het ook toe in aardappelpuree en in kaassaus. Ten slotte wordt nootmuskaat ook veel gebruikt in koek en gebak, met name in speculaas. Door de sterke smaak is een kleine hoeveelheid al voldoende.
Bovenmatig gebruik van nootmuskaat kan hallucinaties veroorzaken. Men vermoedt dat dit berust op een in vivo (in het lichaam) omzetting van myristicine naar MMDA (3-methoxy-4,5-methylenedioxyamphetamine).
Excessief gebruik van de werkzame stof, Myristicine (3-methoxy,4,5-methyleendioxy-allylbenzeen), kan gevaarlijk zijn. Bij volwassenen leidt inname van ca. 5 gram of meer van de geraspte noot al tot duidelijke klinische symptomen (buikpijn, braken, duizeligheid, onrust en bewustzijnsstoornissen). Nootmuskaat schijnt op deze manier in gevangenissen in India gebruikt te worden. Verder bevat de olie van de muskaatnoot nog andere etherische oliën die precursors (chemische voorlopers) zijn voor geestverruimende middelen (safrol, MDMA, elemicine, mescaline).
Safrol en het ook in nootmuskaat voorkomende methyleugenol blijken bij dierproeven en ander onderzoek gentoxisch te zijn en daarmee mogelijk kankerverwekkend. Of nootmuskaat kankerverwekkend blijkt te zijn voor mensen moet uit nader onderzoek blijken.
Productie
De muskaatnoot is de gedroogde pit van de vlezige, okergele, abrikoosachtige vrucht. De pit wordt door een harde bast omgeven: na het drogen in de zon barst de bast en komt de muskaatnoot met de zaadrok vrij. De zaadmantel (zaadrok), die om de muskaatnoot heen zit, wordt ook gedroogd en wordt onder de naam foelie eveneens in de keuken gebruikt. Na het drogen van de vrucht en de noten wordt de muskaatnoot bepoederd met kalk. Dit dient om aantasting door insecten te voorkomen.
De productiecentra voor nootmuskaat zijn Indonesië, Grenada, India en Sri Lanka.
Geschiedenis
Nootmuskaat wordt al sinds de 16e eeuw gebruikt in Europese keukens. In die tijd werden muskaatnoten vooral door de Nederlanders van de VOC en door Portugezen verhandeld. Oorspronkelijk had de VOC een monopolie op de handel in muskaatnoten. In 1621 begon Jan Pieterszoon Coen met de zogenaamde 'extirpatie' van de Banda-eilanden, die - tegen het verbod van de VOC in - muskaatnoten bleven verkopen aan Portugezen en Britten. Deze eilanden vormden destijds de enige plaats ter wereld waar deze gezochte specerij voorkwam. Wie Banda bezat, had het monopolie. De gouverneur-generaal Coen arriveerde in 1621 op de eilanden met 2.000 man, waarna hij de gehele bevolking van het eiland liet uitmoorden om het geheim van de nootmuskaatteelt veilig te stellen.
Na verloop van tijd kwamen Nederlandse slavenhandelaren die zowel slaven als nootmuskaat vervoerden erachter, dat de slaven de noten aten om er high van te worden[bron?]. Zo kwam men achter de hallucinogene werking van myristicine. Toen de scheikunde hier ver genoeg voor gevorderd was, kon men de stof uit de noot isoleren, en ten slotte zelfs namaken. De stof werd in pillen verwerkt, en belandde onder de naam XTC (ecstasy) in het housecircuit.